- 25 mei 2020
Een oer-belgisch gerecht, dat – eenmaal richting Belgische kust – wordt afgewerkt met onze heerlijke grijze garnalen uit de Noordzee. Deze zijn geen must, en het blijft een gerecht dat ook perfect geschikt is voor vegetariërs.
Een korte bereidingstijd, budgetvriendelijk én herwaardering van karnemelk, bijproduct van boterproductie.
Porties |
personen
|
Ingrediënten
- 2,5 kg bloemige aardappelen (type bintje)
- 1 l karnemelk
- 500 g gezouten boter
- 12 eieren
- 300 g uien, gesnipperd
- 500 g grijze garnalen, gepeld (facultatief)
- 25 g zout
- 5 g witte peper, gemalen
- 3 g nootmuskaat, gemalen
Ingrediënten
|
|
Instructies
- Schil de aardappelen en snij ze in stukken. Doe ze in een kom en zet ze net onder water, doe er zout bij en breng aan de kook. Laat zachtjes koken gedurende 15 minuten of tot gaar. Let op dat de aardappelen niet overgaar zijn. Giet zet af, zet de kom terug op het vuur en laat op zacht uur nog drie minuten droogkoken onder deksel. Schud geregeld op. Hierdoor zal de puree droger en smaakvoller zijn.
- Pureer met de pureestamper, doe er 250 gr boter en 50 cl karnemelk bij, de peper en de nootmuskaat. Doe er nog zout naar smaak bij.
- Terwijl de aardappelen koken, laat je de gesnipperde uien karameliseren in wat boter. Smelt de rest van de boter in de rest van de karnemelk. Pocheer de eieren één voor één gedurende 4 minuten in niet gezouten, licht sudderend water waar je een scheut azijn aan hebt toegevoegd. Hou ze warm.
- Dresseer een diep bord met de puree, waarin je in het midden een kuiltje maakt en daar het gepocheerde ei in schikt. Bestrooi met wat gepelde garnalen en de gekarameliseerde ui. Werk af met een genereuse scheut warme karnemelk. Bestrooi met nog wat fijngesnipperde peterselie en dien op.